011. Witte winters
LEVE DE VRIEZEMAN. Hij houdt het deze keer al een kleine week vol. Wereldnieuws in Vlaanderen en omstreken, want alweer een hele tijd geleden. En toch, en toch... Heel even een schamele + 0.2º Celsius in Ukkel was genoeg om de echte winterdroom aan diggelen te slaan. Er zijn zo van die regels waaraan volgens de weermannen moet voldaan worden om van een authentieke "koudegolf" te kunnen spreken. En dat wordt in de oplopende klimatologische chaos behoorlijk krasselen tegenwoordig. Dan hoor ik veel liever de explicaties aan van ene Hugo Matthyssen. Dat in "onzen tijd" winter en koudegolf gewoon synoniem waren van elkaar. Dat wij ouderen eens moeten lachen met wat daar nu moet voor doorgaan, of bijna doorging. Wie opgroeide in de jaren '60 weet wat een koudegolf was. Winter '62-'63 was zo'n barre met een dito Elfstedentocht. Van de 10.000 vertrekkers haalde maar een goede 5% de eindmeet. Wist ik toen niet, heb dat ergens gelezen. Ik geniet van een witte winterse week waarbij af en toe een heel persoonlijke herinnering de kop opsteekt. Niet meer dan dat. Tijdens die '62-'63 winter liep ik de kleine 200 meter van huis naar school geheel op en over en dwars doorheen de sneeuwbergen die de rand van het voetpad markeerden. Hoeveel dagen of weken dat zo was weet ik niet, wel dat ik er regelmatig tot over mijn blote knieën inzakte. Dat we enkele jaren later wegens teveel sneeuw niet de kortste weg door het bos konden fietsen om naar 't College te rijden. We moesten, nog steeds in korte broek, over 'den Hoek' naar onze school. Waarbij het laatste stuk van de Rouwmoer totaal onberijdbaar was: het bolle bakstenen wegdek met een verijsde toplaag liet geen fietsen toe. Spektakel tot en met. Hoe dikwijls of hoe lang? Geen idee, maar het zit in m'n geheugen. Ook dat we die, of de volgende winter met onze Valken-patrouille een voettocht doorheen de Kalmthoutse Heide maakten. Scouts, met een korte 'floeren' broek, dwars doorheen de opgewaaide sneeuwduinen aan de bosrand. Koud man! De streepkes stonden in ons billen, maar trots. Zot hé ?! Eind jaren '70 zie ik mij wandeltochtjes maken door de Hobokense Polder, Bieke en Bram op de slee. Onder de werfverlichting van het toenmalige Cockerill Yards diste ik hen mijn versie van Close Encounters op. En ja werkelijk, ze zagen E.T. van de trappen komen... 1985 en '86: twee Elfstedentochten, back to back. Die winters waren voor mij te glad en te koud om het joggend vol te houden. Wilde wel 'in shape' blijven en de komende marathons voorbereiden en dus... schaatsen gekocht, Noren. Niks te 'klappen' toen. Uurtjes op de vijvers, de E10-plassen, het Stappersven en trainen maar. En ook met Anke erbij op de plas aan De Roerdomp. En warme chocomelk bij de vijver achter onze tuin! Herinneringen aan sneeuwige en ijskoude momenten die zijn er toch wel, nog meer dan ik hier beschreven heb. Maar hoe lang en hoe koud? Daar kan ik geen zinnig antwoord op geven. Hoeft ook niet. Deze week wat romantische foto's gemaakt, en genoten. Al dan niet op een bank. Geluk dat we buiten konden: wandelen. En af en toe een rit op de hometrainer. Zo gaat dat tegenwoordig.
En de Vriezeman?
Die heeft op straat gezeten.
Heeft in mijne neus gebeten.
Mijne neus ziet rood, rood, rood.
'k Wense de Vriezeman dood, dood, dood
Reacties
Een reactie posten